“Weet u zeker dat u niet in uw broek heeft geplast?” Die vraag werd mij gesteld nadat ik met gierende sirenes in de ambulance dwars door de avondspits naar het UMCG was gesjeesd omdat mijn vliezen waren gebroken na krap 33 weken zwangerschap. Die vraag!

Het was mijn laatste officiële werkdag voordat mijn verlof begon en na een tussenstop bij de supermarkt zou ik net lekker met een kopje thee op de bank ploffen. De baby in mijn buik vond van niet. Die vond het wel tijd om kennis te maken. Mijn vliezen braken op dat moment net zo spontaan als bij mij de paniek toesloeg.

Vriendlief 65 kilometer verderop

Dus ik pleegde een belletje naar vriendlief op afstand, een vriendin dichtbij en de verloskundige. De kans op een hysterische huilbui was inmiddels behoorlijk groot. Niet alleen doordat de komst van onze eerste zoon zich veel te vroeg aandiende, ook omdat vriendlief op dat moment zo’n 65 kilometer verderop bevond zonder eigen vervoer. Gelukkig zag zijn werkgever de ernst van de situatie in en werd hij met te hoge snelheid en overwegend links rijdend naar Groningen gebracht. Terwijl ik vanuit de ambulance naar de juiste afdeling werd gereden, verscheen ineens zijn gezicht boven mij. Nu vond ik hem al mooi, op dat moment vond ik hem prachtig.

En toen, liggend op een ziekenhuisbed in een behandelkamer in al mijn angst en onwetendheid, werd mij dus die vraag gesteld. “Want ziet u, ik zie nog steeds heel veel vruchtwater op de echo.” Hij noemde me nog net niet ‘mevrouwtje’. Dan had ik hem echt gehoekt. Nu niet.

Binnen 24 uur mama: HELP!

In de boeken die ik al had gelezen over zwangeren, bevallen en kramen, stond dat een baby hoe dan ook ter wereld moet komen binnen 24 uur nadat de vliezen zijn gebroken. Met die gedachte lag ik dan ook in de ambulance. Ik word binnen nu en 24 uur moeder. Mama. Ouder. HELP! Ik mocht toch nog een paar weekjes voorbereiden? Die voorbereiding had ik echt nodig, niet alleen in huis maar ook zeker geestelijk.

Na 3 slapeloze nachten in het ziekenhuis waren de prikken om de longetjes te laten rijpen ingewerkt en kreeg ik geen weeënremmers meer. Dit was voor mijn lichaam hét teken om volledig los te gaan in de bevalling. Binnen een paar uur zat ik in een roes die waarschijnlijk geen drug ter wereld kan veroorzaken. Enkele weken eerder was ik op een verjaardag waar ik ongevraagd allerlei tips en informatie kreeg. Bijvoorbeeld dat het voelt alsof je poepen moet wanneer je gaat persen. Ik kon me er weinig bij voorstellen. En ook dat je na een bevalling het ziekenhuis pas mag verlaten als je geplast hebt. Op die verjaardag hoorde ik het aan en knikte ik beleefd en dankbaar, er niet van overtuigd dat ik er ooit iets mee zou doen.

“Och, gut.”

Tot ik op een gegeven moment inderdaad wat druk begon te voelen, daaronder. Mijn lijf wilde persen. Op mijn vraag aan de verpleegster of ze de gynaecologe wilde halen, luidde het antwoord: “Dat kan nog niet, een uurtje geleden had je nog maar 6cm ontsluiting”. Okay, had ik het dan verkeerd gevoeld? Aangezien het gevoel aan bleef houden, drukten wij maar weer eens op het rode knopje. Nogmaals wilde deze lieftallige dame mij afschepen met hetzelfde antwoord. Ik heb haar dringend, nee zeer dringend verzocht toch even iemand erbij te halen. Het hielp, want binnen 5 minuten kwam de specialist kijken. “Och gut, u heeft inderdaad volledige ontsluiting!”

Het enige wat ik dacht was “Joh?!” maar ik heb het gehouden op een gemompeld “Dat dacht ik al”. Ze moest me per slot van rekening nog helpen dit jongetje op de wereld te zetten.

Ik. Ben. Mama!

Binnen 2 persweeën lag onze kleine Sam dan toch echt op mijn borst. Een seconde of 10, toen werd hij in allerijl meegenomen naar Neonatologie waar hij de couveuse in ging.

En ik mocht met grote spoed de OK in, de placenta nog even operatief verwijderen. Ik vond dat niet zo erg, want ik kreeg een roesje. Ik denk niet dat ik ooit zo lekker heb geslapen als dat half uurtje. Volledig uitgeput, geen sprankje energie meer in lijf en leden.

Maar wel met een nieuwe kracht in mij die ik voorheen nog niet kende: Ik. Ben. Mama.!

sam