‘Gijs! GIJS! GIIIIJJJJJSSS!!!!!’, gil ik met een bezweet voorhoofd. ‘Jij. Gaat. Nergens. Heen. Blijf. Bij. Me. Alsjeblieft. Gijs?’ Gijs kijkt me wat onzeker aan. Ik klief mijn nagels in de rug van zijn hand. Mijn schreeuwen gaat langzaam over in huilen. Hij doet alsof hij het niet voelt. Alsof hij niet in z’n broek schijt van angst. Alleen, in die ziekenhuiskamer, met een barende vrouw. Mijn vriend is papieren invullen, dat schijnt erbij te horen. Na…
Lees meer...